Beleidsplan Beleidsplan

INLEIDING.

 

Wie zijn wij als hervormde gemeente van Driezum? Welke plaats nemen wij in binnen het geheel van de Protestantse Kerk in Nederland? Op welke manier wordt de gemeente geleid? Welke doelen stelt zij zich?

Het beleidsplan Hervormde Gemeente Driezum 2023 tot en met 2026 gaat op dit soort vragen in. Het geeft een beschrijving van de identiteit van de gemeente, haar plaats in de bredere verbanden van de kerk en haar functioneren te midden van de wereld.

Het schrijven van een beleidsplan is overeenkomstig de Protestantse Kerk in Nederland in haar kerkorde bepaalt. Volgens de kerkorde heeft de kerkenraad onder meer tot taak "het vaststellen van een beleidsplan ter zake van het leven en werken van de gemeente." ( ord. 4-7-1).

Het is goed om als gemeente helder in een beleidsplan uiteen te zetten wie wij zijn en wat ons beweegt. De leidende gedachte daarbij is dat de kerk niet een vereniging is van mensen, maar een schepping van de Drie-enige God, Die Zichzelf uit alle volken en geslachten op aarde een gemeente bijeen roept op grond van het verzoenend werk van Christus Jezus.

Wij belijden dat wij bij alle facetten van het gemeentelijk leven diep afhankelijk zijn van de leiding van Christus Jezus. Hij is het Hoofd van de ene, algemene, christelijke kerk, de kerk, waarin de gemeente van Driezum door Gods genade tot op de dag van vandaag is opgenomen.

Wij hopen dat het beleidsplan tot zegen zal zijn voor het leven van de gemeente in deze tijd en in deze wereld.

 

Driezum, 23 maart 2023

 

Namens de kerkenraad,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHETS VAN DE GEMEENTE.

 

1.1. Grondslag.

 

De hervormde gemeente te Driezum belijdt een gemeente van de Drie-enige God te zijn, gebouwd op de leer van de apostelen en profeten, waarvan Christus Jezus de uiterste Hoeksteen is.

De gemeente is niet ontstaan op initiatief van mensen, maar is een schepping van God Zelf. Hij roept mensen bijeen rondom Zijn Woord, Hij verwekt hen tot leven en brengt hen door Woord en Geest tot geloof in Christus Jezus. Vanuit de gemeenschap met Christus is er ook een levende gemeenschap onderling.

Het fundament van de gemeente is de Bijbel, het onfeilbaar Woord van God, dat volgens het eigen getuigenis is geïnspireerd door God de Heilige Geest. Het Woord is de bron en norm van het leven.

De hervormde gemeente belijdt haar geloof in Gods Woord in het bijzonder met de woorden van de vroegchristelijke geloofsbelijdenissen ( Apostolische geloofsbelijdenis, Geloofsbelijdenis van Nicéa, geloofsbelijdenis van Athanasius) en de drie reformatorische belijdenisgeschriften, te weten de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Dordtse Leerregels en de Heidelberger Catechismus.

 

1.2. Schriftuurlijk-bevindelijk.

 

De gemeente is gefundeerd op het heil dat is in Christus Jezus en dat haar wordt geopenbaard in het Woord van God.

Het Woord van God is voor de gemeente een onfeilbaar en betrouwbaar getuigenis van Wie God is en van Wie Hij wil zijn voor mensen, die van zichzelf in geestelijk opzicht "dood zijn door de zonden en misdaden" ( Efeze 2:1).

In Zijn Woord maakt God Zichzelf bekend als de Drie-enige God: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. In Zijn Woord geeft Hij ons te kennen dat Hij toornt over de zonden, maar tegelijk maakt Hij bekend dat Hij verzoening heeft gevonden in het werk van Zijn Zoon, Christus Jezus. Op grond van Christus' werk biedt Hij zondaren ( eeuwige) vrede aan.

Christus Jezus heeft het heil verworven. Dat heil is objectief. Het wordt in de Schriften aan alle zondaren bekendgemaakt en verkondigd. Tegelijk geloven wij dat Christus Jezus het heil niet alleen heeft verworven, maar door de Heilige Geest ook toepast aan hoorders van het Evangelie.

Het heil in Christus ligt buiten mensen, maar het komt door het toepassend werk van de Heilige Geest in mensen. Dat wordt ervaren, doorleefd en ondervonden. Het is om die reden dat wij onze gemeente willen typeren als een gemeente die zich beweegt in een Schriftuurlijk-bevindelijke bedding.

 

1.3. Dienen als doel.

 

Dat de Drie-enige God Zich in genade toewendt naar mensen om hen op grond van Christus' offer aan het Kruis te verlossen van de macht van de zonde, de duivel en de eeuwige straf, is een daad van eenzijdige liefde.

Gods liefde tot mensen leidt ertoe dat mensen Hem lief krijgen boven alles en de naasten als zichzelf. Die liefde krijgt vorm in een dienende houding. De roeping om als gemeente te dienen, valt uiteen in drie aspecten:

 

- de gemeente wordt geroepen haar Heere en Koning te dienen, te belijden en in toewijding aan Hem te leven. Dat is het allereerste doel van de gemeente. Zij is er voor de eer van God en de glorie van Zijn Naam. In het eren van God ligt tegelijk haar hoogste geluk.

- de leden van de gemeente hebben de roeping elkaar in liefde te dienen als leden van één lichaam.

- de gemeente heeft de roeping om dienend in de wereld te staan, met bewogenheid en barmhartigheid, om in woorden en daden te getuigen van het heil dat in Christus Jezus is te vinden.

 

1.4. Woord als fundament van overige activiteiten.

 

Het Woord van God is de dragende kracht van de gemeente. Het is de voedingsbodem vanwaar uit het leven en de werken van de gemeente worden verricht.

Vandaar dat de gemeente grote waarde hecht aan de zondagse erediensten. Dat is de centrale plek, waar het Woord tot de gemeente komt. Dat is de plaats waar zondaren tot geloof en bekering komen in Christus Jezus en zo worden verenigd met God en ook de plaats, waar de Heere door de verkondiging van Zijn Woord ( en de sacramenten) het geloof wil versterken en verlevendigen.

Vanuit het Woord en de eredienst ( hoofdstuk 2) komen de overige activiteiten van de gemeente op. We denken hierbij aan het pastoraat ( hoofdstuk 3), catechese en onderwijs ( hoofdstuk 4), diaconaat ( hoofdstuk 5) en apostolaat (hoofdstuk 6).

 

1.5. Actuele situatie.

 

De gemeente was vanouds een dorpsgemeente, die zondags tijdens de erediensten samenkwam in de eeuwenoude kerk in het centrum van het dorp, dat zo'n duizend inwoners telt.

Dat karakter is in de afgelopen decennia sterk veranderd. De gemeente heeft een regionale inslag gekregen. Een grote minderheid van de kerkgangers komt uit de dorpsgemeenschap. Mensen uit plaatsen als Ee, De Westereen en Damwâld, gelegen binnen een straal van zo'n tien kilometer, bezoeken de erediensten op de zondag.

 

De gemeente heeft ruim 200 leden en het ledenregister telt 100 mensen die betrokken zijn als meeleven, meegeregistreerde, vriend of ongedoopten. De gemiddelde leeftijd is ongeveer 45 jaar en er is een redelijke verdeling qua leeftijdsopbouw. 25% van de gemeente bestaat uit kinderen en jongeren, een derde uit ouderen en de rest is van een leeftijd daartussen.

 

Een deel van de ingeschrevenen gaat niet meer naar de kerk. Met hen is zelden contact. Pogingen om met hen in contact te komen, in het verleden, zijn mislukt.

 

Een behoorlijk deel van de bevolking van Driezum is met geen enkele kerkelijke gemeenschap verbonden. Een klein deel leeft mee met een evangelische gemeente. Een ander deel is verbonden aan de hersteld hervormde kerk of gereformeerde (vrijgemaakte) kerk van Driezum/Wâlterswâld of de christelijke gereformeerde kerken te Damwâld

 

De gemeente staat vanouds in de hervormd-gereformeerde traditie. In de prediking en het pastoraat is altijd veel oog voor de beleving van de genade. Het geloof heeft een effectieve zijde: het heeft gevolgen voor de morele handel en wandel. Het geloof heeft ook een affectieve zijde: er zijn aan het geloof aspecten van het gevoelsleven verbonden. De gemeente behoort qua modaliteit bij de  Gereformeerde Bond binnen de Protestantse kerk

 

Met de hervormde gemeente van Waterswâld wordt er sinds decennia samengewerkt door gezamenlijke catechese, zondagsschool, verenigings- en jeugdwerk en wordt er 2 maal per jaar een gezamenlijke dienst gehouden.

 

Met een aantal kerken in de regio met een reformatorische achtergrond is er contact. Dit in de vorm van het predikanten initiatief  “mediteren naar de zondag”, de reformatieherdenking en het evangelisatiewerk.

 

Met de hervormde, vrijgemaakte en gereformeerde kerken in de dorpen werd in het nabije verleden samengewerkt rondom het gezamenlijk vakantiewerk in de schoolvakanties.

 

1.6. Aandachtspunten.

 

a) De gemeente bezint zich voortdurend op wie zij is: geschapen door het Woord, geroepen om te dienen in de liefde. Het is van belang om hier van tijd tot tijd bij stil te staan, onder meer in de prediking en de leerdiensten.

 

b) Er is weinig contact met de leden die niet of nauwelijks naar de kerk gaan. Initiatieven in het recente verleden om vanuit de kerk contacten te organiseren, zijn vrijwel volledig mislukt. De kerkenraad brengt wel de zondagse diensten onder de aandacht van de omgeving door de aanvangstijden, alsmede de predikanten te vermelden in de dorpskrant.

Aangaande de contacten met mede-dorpsbewoners heeft de gemeente nu voor een minder "georganiseerde" manier gekozen. Mensen voelen zich eerder aangesproken door persoonlijke gesprekken met gemeenteleden en door minder vormelijke initiatieven.

 

c) Voor jongeren en ouderen is het van wezenlijk belang de blijvende waarde van de gereformeerde belijdenis te onderkennen. De uitleg komt ondermeer aan de orde tijdens de leerdiensten en tijdens de catechisatielessen. De kerkenraad streeft er wel naar, dat deze uitleg toegankelijk en begrijpelijk is en zoveel mogelijk in hedendaagse taal.

 

d) Sinds de coronapandemie van 2020 is de kerkgang verminderd en wordt de tweede dienst minder bezocht. Er zijn zorgen over de kerkgang van een deel van de gemeenteleden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DE EREDIENST.

 

2.1. Algemeen.

 

De eredienst is de onderlinge bijeenkomst van de gemeente van de  Heere, waarin Gods Woord wordt verkondigd. De gemeente komt zondags twee keer bijeen op de vastgestelde tijden. De tweede dienst is traditiegetrouw een leerdienst. Dan wordt stilgestaan bij de zondagsafdeling van de Heidelberger Catechismus, of bij een van de andere geschriften die worden gerekend tot de drie formulieren van enigheid.

 

Tijdens de eredienst worden ook de sacramenten van het Heilig Avondmaal en de Heilige Doop bediend. De viering van het sacrament vindt vier keer per jaar plaats. In de zondagen voorafgaande aan de vieringen van het Heilig Avondmaal vinden zgn. voorbereidingsdiensten plaats en de diensten op de zondagmiddagen na het avondmaal staan in het teken van de nabetrachting.

 

De eredienst is bij uitstek de plaats waar de gemeenschap der heiligen wordt beoefend. De  kinderen van God zijn er bijeen rondom het Woord en worden door de kracht van de Heilige Geest verbonden aan het Hoofd van de kerk. In Christus worden zij ook op geestelijke wijze verbonden aan de overige leden van het lichaam van de kerk.

Tijdens de eredienst vindt ook het aanroepen van de Naam des Heeren plaats voor de nood in kerk en wereld in de vorm van het gebed. Ook is er plaats voor dankzegging en lofprijzing van God in het bidden en zingen.

Aan de materiële nood van kerk en wereld wordt gedacht door het inzamelen van de liefdegaven van de gemeente. Dat vindt plaats tijdens het orgelspel voor de prediking en/of aan het einde van de dienst.

De liturgie van de erediensten is sober. De nadruk ligt op de verkondiging van het Woord. Tijdens de diensten wordt de Statenvertaling gebruikt. De gemeente zingt uit de psalmberijming van 1773, waaraan enige gezangen zijn toegevoegd. De gemeente gebruikt bij de bediening van de sacramenten de (hertaalde) klassiek-gereformeerde formulieren.

Er zijn jaarlijks enkele bijzondere diensten bij het gedenken van de christelijke feesten: Kerst, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. Op paasmaandag wordt er een gezamenlijke dienst gehouden met de hervormde gemeente van Wâlterswâld. Deze diensten worden beurtelings gehouden in één van de beide kerken en geleid door één van de, aan de gemeente verbonden, predikant. Tijdens de diensten op 2de kerst- paas en pinksterdag en hemelvaart wordt als voorzang een vrij lied gezongen.

 

Ook zijn er jaarlijks diensten op biddag en dankdag. De middagdienst is gericht op de kinderen en het thema is gekoppeld aan het weekthema van de CNS.

 

In voorkomende gevallen zijn er ook huwelijksdiensten en rouwdiensten.

 

De kerkdiensten worden zowel in beeld als geluid via de digitale wegen uitgezonden om op deze wijze het evangelie laagdrempelig te kunnen laten volgen.

 

2.1.2. Het sacrament van de Heilige Doop.

 

De gemeente belijdt dat de Heilige Doop een instelling is van Jezus Christus om ons en onze kinderen Zijn verbond te verzegelen. Daarom behoren de kleine kinderen van de gemeente als erfgenamen van het Rijk van God en Zijn Verbond gedoopt te wezen.

Kort voorafgaand aan de bediening van de doop wordt met de ouders een zgn. doopgesprek gevoerd.

 

 

2.1.3. Het sacrament van het Heilig Avondmaal.

 

De gemeente belijdt dat het Heilig Avondmaal een instelling is van Jezus Christus, die Hij heeft ingesteld voor Zijn gelovigen. Alleen degenen worden aan de bediening toegelaten, die in het midden van de gemeente openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd én degenen, die bij de kerkenraad vooraf toestemming hebben gevraagd deel te nemen aan de viering van het sacrament.

Automatisme enerzijds en mijding anderzijds doen geen recht aan de waarde van het heilig sacrament. Ongelovigen en zij die in openlijke zonden leven worden niet toegelaten aan de Tafel des Heeren. De zondag voorafgaand aan een dienst waarin het avondmaal wordt bediend, wordt een zgn. voorbereidingspreek gehouden op de bediening van het sacrament. In de week, voorafgaande aan de viering van het Heilig Avondmaal, is er ook de zogeheten censura morem (vraag of er bezwaren zijn tegen deelname aan het avondmaal). Gemeenteleden worden hiervan op de hoogte gebracht via de zondagse  afkondigingen.

 

2.1.4. Het huwelijk.

 

De gemeente belijdt dat het huwelijk tussen één man en één vrouw een instelling van God is en als zodanig heilig moet worden gehouden. Alternatieve samenlevingsvormen zijn niet bijbels. Wij bieden geen ruimte voor de kerkelijke bevestiging van een samenlevingsvorm van mensen van gelijk geslacht.

Voorafgaand aan de bevestiging van een huwelijk zal er een zgn. huwelijksgesprek plaatsvinden. De huwelijksdienst is kerkordelijk een kerkdienst.

 

2.1.5. Rouwdiensten.

Rouwdiensten zijn kerkordelijk geen kerkdiensten. Deze worden in de kerk of in het verenigingsgebouw gehouden. Er is in elk geval één ouderling aanwezig. (in sommige gevallen kan een ouderling ook de rouwdienst leiden). Er is een protocol voor rouwdiensten.

 

2.2. Aandachtspunten.

- De kerkenraad moedigt mensen aan beide zondagse diensten bij te wonen. Sinds de coronapandemie in 2020/2021 is de kerkgang in de gemeente verminderd.

- niet de preekvoorziener maar de kerkenraad is in zijn geheel verantwoordelijk voor de preekvoorziening en heeft daartoe in 2019 richtlijnen vastgestel.

- De kerkenraad wil zich bezinnen op een toegankelijkheid van het Woord in een begrijpelijke vertaling en onderzoekt of de herziene Statenvertaling breder kan worden toegepast

- De kerkenraad wil zich in de komende beleidsperiode bezinnen over gebruiken en tradities vanuit een bijbels gefundeerd uitgangspunt. Dit met als uitgangspunt de grondslag van de gemeente zoals in hoofdstuk 1 is beschreven. Hierbij spelen een open communicatie over afwegingen, het bijbels fundament, inspraak, een open gesprek ruimte voor accentverschillen van de gemeenteleden een belangrijke rol.

- De kerkenraad wil de onderlinge verbondenheid stimuleren en onderzoekt op welke manier mensen onderling het gesprek kunnen aangaan over de zondagse prediking. O.a. door een aantal "koffiemomenten" na de zondagse ochtenddienst en een jaarlijkse gemeentedag. Een andere manier zou kunnen zijn een preekbespreking enkele malen per jaar.

 

3)  PASTORAAT.

 

3.1. Algemeen.

 

Het Nieuwe Testament kent het ambt van opzieners en ouderlingen. Aan hen is het bestuur van de gemeente toevertrouwd. Zij dragen zorg voor de voortgang van de verkondiging van het Woord. Tegelijk hebben zij opzicht over de leden van de gemeente. Hun pastorale taak is tweeërlei: vertroosting en vermaning door Woord en gebed.

 

De predikant en de ouderlingen bezoeken de gemeenteleden, zowel de jongeren als ouderen, waarbij de predikant vooral wordt ingeschakeld bij "noodpastoraat."

Dit laatste heeft te maken met het feit, dat we vanaf 2018 geen "full-time" predikant meer hebben in onze gemeente maar 0,8 fte.

 

Er is een indeling van wijken gemaakt. Het streven is om elk adres minimaal een keer per anderhalf jaar te bezoeken. In de pastorale gesprekken wordt naar vruchten op de verkondiging van het Woord gezocht. Ook wordt gesproken over de praktijk van het leven met en vanuit het Woord. Ook de kinderen en jongeren worden bij de gesprekken betrokken.

 

De predikant draagt met name zorg voor het specifieke pastoraat, zoals: Rouwpastoraat, pastoraat aan (ernstig) zieken en pastoraat aan hen, die bijzondere zorg nodig hebben.

 

De ouderen in de gemeente worden meerdere keren per jaar bezocht door die ouderlingen, die daar overdag de tijd voor hebben. Dit ouderenpastoraat kan ook worden uitgevoerd door zgn. "bezoekbroeders."

 

De gemeente kent een aantal "bezoekdames" die van tijd tot tijd bezoeken brengen aan ouderen ( 70+) en zieken. Een constatering uit het vorige beleidsplan is door de coronapandemie vergroot: "De zorg om de onderlinge pastorale verantwoordelijkheid in de gemeente. Het oog en oor voor elkaar en daadwerkelijk meeleven met elkaar zou versterkt kunnen worden."

 

3.2 Aandachtspunten.

 

- de kerkenraad stimuleert de gemeenteleden hun noden en vreugden bij de predikant of de ouderlingen kenbaar te maken.

- de kerkenraad is van mening dat een gebrek aan belangstelling voor elkaar vooral te maken heeft met het niet of minder goed kennen van elkaar en het minder behoefte hebben aan contact. Daarom ook worden koffiemomenten na de ochtenddienst die tijdens de coronacrisis zijn verminderd weer opgepakt.

- de kerkenraad erkent het belang van de bezoekdames en overlegt daarom eens per jaar met de contactdames.

- de kerkenraad benadrukt dat het lid zijn van een christelijke gemeente niet een passief lidmaatschap is. In de Bijbelse zin van het gemeente zijn mag een  actieve inbreng en bijdrage van alle gemeenteleden verwacht worden. Met name op het uitdragen van het evangelie maar ook op allerlei praktisch terrein. Door periodiek toerustingsavonden te organiseren over de Bijbelse betekenis van gemeentezijn.   

 

 

4) CATECHESE, VORMING EN TOERUSTING.

 

4.1. Algemeen.

 

Onderwijs aan de kinderen en jongeren van de gemeente in de Bijbels-gereformeerde leer is van het grootste belang. De Heere belooft bij de bediening van het sacrament van de Heilige Doop dat Hij het onderwijs van ouders en de gemeente aan hun harten wil zegenen. Dat is ook de reden, waarom Hij de ouders bij de doop laat beloven hun kinderen in de leer van de kerk op te voeden. Het gaat daarbij in de allereerste plaats om de bede of de Heilige Geest hun het heil wil toe-eigenen dat zij in Christus hebben. Dan worden de kinderen van het verbond geleid tot het Hoofd van het verbond.

 

Het is belangrijk dat jongeren besef krijgen van de waarde van de gereformeerde belijdenisgeschriften en de rijkdom van de kerkelijke traditie, waarin zij opgroeien. In een wereld die voor hen als gevolg van de digitale revolutie is opengebroken, komen heel veel meningen en opvattingen over existentiële zaken op hen af. Zij moeten zich ermee verhouden. Daarom is het voor hen zaak dat zij weten waar de kerk staat en wat de kerk spreekt als het gaat om belangrijke kwesties in leer en leven.

De taak van onderwijs ligt in de eerste plaats bij de ouders. Tegelijk gaat het om kinderen van de gemeente, voor wie het geheel van de gemeente verantwoordelijk is.

 

4.2. Zondagsschool.

 

Voor de kinderen in de leeftijd van vier t/m twaalf jaar is er de zondagsschool. De zondagsschool is een gezamenlijke organisatie van de hervormde gemeenten van Driezum en Wâlterswâld. De eindverantwoordelijkheid ligt bij beide kerkenraden.

 

De zondagsschool maakt gebruik van het materiaal dat wordt vervaardigd door de Bond van Nederlandse zondagsscholen.

 

4.3. Catechese.

 

Voor de jongeren vanaf twaalf jaar is er de catechese. Ook hier werken de hervormde gemeenten van Driezum en Wâlterswâld nauw samen: De groepen worden ingedeeld naar leeftijd en niet naar gemeente. Voor het lesgeven worden beide predikanten ingeschakeld en eigentijdse methoden van het HJW toegepast.

Aan jongeren vanaf de leeftijd van (ongeveer) achttien jaar wordt jaarlijks de gelegenheid geboden zich via de zgn. belijdeniscatechese voor te bereiden op het doen van openbare belijdenis van het geloof in het midden van de gemeente.

 

4.5. Jeugdvereniging.

 

Jongeren van de gemeente hebben de mogelijkheid elkaar te ontmoeten op de jeugdvereniging. Voor jongeren van twaalf tot zestien jaar is er de -16 jeugdvereniging, voor de jeugd vanaf zestien jaar is er de +16 jeugdvereniging. Het kan voorkomen dat de leiding één of meerdere seizoenen van bovenstaande leeftijdsgrens afwijkt.

Tijdens de bijeenkomsten is er ruimte voor zowel bezinning als ontspanning. Van belang is dat er een openhartig, sfeervol klimaat kan worden geschapen, waar jongeren zichzelf kunnen zijn en waar ze in een sfeer van liefde en vertrouwen hun vragen en onzekerheden, hun vreugden en hun moeiten onderling of met de j.v.-leiding kunnen bespreken.

 

 

Wij voelen ons inhoudelijk verbonden aan en met de H.J.W.

Voor het materiaal en eventuele ontmoetingen met jongeren van andere gemeenten richten de j.v.'s zich op zowel het Hervormd-Gereformeerd Jeugdwerk ( HJGB) als op het Hervormd Jeugdwerk ( HJW).

 

Het jeugdwerk wordt georganiseerd samen met de hervormde gemeente van Wâlterswâld. Beide kerkenraden dragen de eindverantwoordelijkheid voor het jeugdwerk. Om het belang van dit werk te onderstrepen vindt er jaarlijks overleg plaats tussen de gezamenlijke moderamina en de leiding van de j.v.

 

4.6. Bijbelonderzoek.

 

Aan toerusting wordt ook gedaan door diverse kringen en verenigingen, die de gemeente kent. Deze vinden vaak plaats in samenwerking met de gemeente van Wâlterswâld:

- de vrouwenvereniging. Deze vereniging bestaat al vele jaren. Ook deze vereniging is een samenwerking tussen beide bovengenoemde gemeenten.

- de vrouwenbijbelstudiegroep Effatha. Deze bijbelstudiegroep bestaat nu ongeveer tien jaar. De deelneemsters zijn dames uit beide gemeenten. Qua leeftijd zijn de dames over het algemeen iets jonger dan de deelneemsters aan de vrouwenvereniging.

 

De gemeente(n) krijgt ook de gelegenheid om doordeweeks elkaar te ontmoeten, tijdens de zgn. Bijbellezingen.

 

4.7. Aandachtspunten.

 

- de kerkgang onder de jongeren zien we verminderen waardoor het afhaken van geloof of gemeente een reëel scenario is. Daarom wil de kerkenraad zich samen met de leiding en de jeugd bezinnen op jeugdwerk en samenwerking in het jeugdwerk met andere gemeenten. Om de jeugd erbij te houden wordt onderzocht in welke mate zelfstandig voortbestaan tot de mogelijkheden behoort of en in welke mate samengewerkt kan worden met  gemeenten uit de omgeving. Een voorbeeld hiervan zijn de Connect jongerenavonden.

- de kerkenraad acht het van groot belang dat de catechisatielessen worden gegeven in, voor de jongeren, begrijpelijke taal en sprekende voorbeelden. Ook wordt verwacht dat de catecheten het gesprek zoeken met hun leerlingen.

 

 

 

5) DIACONAAT.

 

5.1. Algemeen.

 

Diaconaat is de dienst van barmhartigheid in naam van de grote Diaken, de Heere Jezus Christus aan allen die hulp behoeven. Dat gebeurt met de daad, maar ook met het Woord. De diakenen ontlenen hun missie aan de woorden van de Heere Jezus, zoals Hij die heeft gesproken in Matth. 25:31 e.v.

- Want Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij te eten gegeven;

- Ik ben dorstig geweest en gij hebt Mij te drinken gegeven;

- Ik was vreemdeling en gij hebt Mij geherbergd;

- Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed;

- Ik was krank (ziek) geweest en gij hebt Mij bezocht;

- Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.

 

5.2. Werkzaamheden.

 

De diakenen dienen aan de tafel des Heeren bij de viering van het sacrament van het Heilig Avondmaal. Zij bereiden de tafel ook voor. Tijdens de viering is één van de diakenen tafelwacht.

De diakenen bieden hulp aan weduwen, wezen en vreemdelingen in onze gemeente, zowel financieel als materieel. Ook betonen zij medeleven bij bijzondere gebeurtenissen in het leven van gemeenteleden, zoals gezinsuitbreiding, jubilea, ziekte.

De diaconie levert jaarlijks een bijdrage aan het werk van zondagsschool en (op aanvraag) eveneens aan het werk van de jeugdverenigingen. De diaconie levert jaarlijks een bijdrage aan het werk van de vrouwenvereniging in de vorm van het bekostigen van de kerstmandjes aan de oudere gemeenteleden.

Het diaconaat heeft een taak in het wereldwijd ondersteunen van christelijke hulpverlening.

 

De diaconie heeft een jaar of 10 geleden ook een eigen, bescheiden "dienstenmarkt" opgezet. Het idee is dat gemeenteleden die handig zijn met bepaalde zaken ( technische klussen, huishoudelijke diensten, vaardigheden op administratief of digitaal terrein) pro Deo hun kennis of ervaring kunnen inzetten voor andere gemeenteleden, die b.v. financiële beperkingen kennen. De status van deze dienstenmarkt kunnen we momenteel omschrijven als "slapend."

 

Ten einde gestalte te kunnen geven aan de Bijbelse missie is het de eerste taak van de diaconie om financiële middelen te verwerven, soms ook andere, om de werken der barmhartigheid te kunnen bekostigen.

Het verwerven ervan gebeurt op de volgende manieren:

- de diaconie verzorgt tijdens de diensten de collecten tijdens de rondgang. Volgens een kerkenraadsbesluit is tien procent van de rondgangscollecten bestemd voor het werk van de diaconie.

- de diaconie organiseert één keer per maand een zgn. ( extra) diaconale collecte voor een goed doel. Dit wordt vooraf aan de gemeente bekend gemaakt via de afkondigingen en een bericht in de kerkbode. De diaconie behoudt het recht om tien procent van deze collecte te besteden aan andere diaconale doelen.

- de diaconie ontvangt ook financiële middelen uit giften en legaten.

Bij de uitgaven hanteert de diaconie in principe de volgende verdeelsleutel:

- een derde deel van de inkomsten is bestemd voor de noden binnen de gemeente

- een derde deel van de inkomsten is voor de binnenlandse noden.

- een derde deel van de inkomsten is bestemd voor de buitenlandse noden.

 

5.3. Aandachtspunten.

De diaconie wil de dienstenmarkt weer breder onder de aandacht brengen.

 

 

6) ZENDING EN EVANGELISATIE.

 

Wie de liefde van God kent voor zondaren, wil als vanzelf anderen er deelgenoot van maken. Vindt in de gemeente geestelijke herleving plaats, dan ontstaat er ook een verlangen om door woord en daad te getuigen van het heil dat in Christus Jezus is. Wie in Christus Jezus is, is behouden. Wie niet in Christus Jezus is, ligt verloren in zonden en schuld.

Samen met de hervormde gemeente van Wâlterswâld wordt het werk van zending en evangelisatie gecoördineerd door een gezamenlijke zendingscommissie. De gemeente ondersteunt het werk van ds. Kleinbloesem.

Van tijd tot tijd wordt er gecollecteerd voor het zendingswerk.

 

Vanaf 2018 neemt de gemeente deel aan een interkerkelijk initiatief om kinderen in onze dorpen (meer) kennis te laten maken en verkrijgen van de bijbel en haar inhoud door het organiseren van een jaarlijkse Kinder-bijbeldag. Deze dag wordt gehouden in de herfstvakantie.

 

 

6.1.  Aandachtspunten.

 

Binnen de 5 reformatorische gemeentes wordt samengewerkt aan het vormgeven van een interkerkelijke evangelisatiecommissie.

 

De bezetting van de zendingscommissie is zeer dun. De kerkenraad onderzoekt samen met de commissie in welke mate de diakenen een rol in het zendingswerk kunnen nemen.

 

7) ORGANISATIE.

 

De kerkenraad bestaat uit één predikant, drie ouderlingen, twee diakenen en twee ouderling-kerkrentmeesters. De leden van de kerkenraad hebben belijdenis van het geloof afgelegd. Het ambt staat alleen open voor mannelijke ( belijdende) lidmaten van de gemeente.

Voor de dagelijkse leiding stelt de kerkenraad een moderamen samen. Dit moderamen bestaat uit de voorzitter, de scriba en een derde kerkenraadslid, hetzij een ouderling-kerkrentmeester, hetzij een diaken.

 

De kerkenraad vergadert regulier tienmaal per jaar. In de regel gebeurt dat maandelijks, m.u.v. de zomervakantie en de periode rond Kerst. De vergaderingen worden voorbereid door het moderamen.

 

7.1 Aandachtspunten

 

- de afgelopen jaren bleek dat kerkordelijk het college van diakenen uit 3 personen dient te bestaan. Een korte periode werd dit ook ingevuld maar inmiddels is er een vacature. Gezien de omvang van de gemeente is de noodzaak van een derde diaken minder urgent en is er sprake van een “slapende” vacature.

 

 

8) COMMUNICATIE

 

Heldere en open communicatie dient het gemeenteleven en is zo dienstbaar aan het Evangelie. De Schrift vraagt dat er binnen de gemeente op een eerlijke, open en heldere wijze met elkaar gecommuniceerd wordt. De kerkenraad zet zich in voor een heldere en open communicatie met de gemeente.

 

 

Wat doen we nu?

- de gemeente wordt in de zondagse afkondigingen op de hoogte gehouden van het "wel en wee" in de gemeente.

- elke maand verschijnt de kerkbode "Rondom de kerk." Alleen in de maanden juli en augustus verschijnt  er één kerkblad voor de twee zomermaanden.

- de website van de gemeente ( www.hervormddriezum.nl) bevat onder meer: preken, informatie over bijeenkomsten, het beleidsplan. Er is een webmaster die het werk coördineert.

- het preekrooster van de gemeente wordt doorgegeven aan kranten en tijdschriften.

- eens per jaar legt de kerkenraad verantwoordelijkheid af op een zgn. gemeente-avond.

 

 

9) BEHEER.

 

De kerkrentmeesters zijn belast met de opdracht om de materiële en financiële faciliteiten te scheppen voor de voortgang van het kerkelijke werk in Driezum.

 

Het college van kerkrentmeesters wordt bijgestaan door vrijwilligers. Te denken valt aan grafdelvers, organisten, kosters, beheerders, tuinmannen en schoonmakers. Zo mogelijk wordt elk jaar een bijeenkomst / of vergadering met de verschillende vrijwilligersgroepen gehouden.

 

Voor het verhuur van kerk en verenigingsgebouw (Ald Skoalle) zijn reglementen vastgesteld.

 

Het kerkgebouw is in 2018 geheel gerestaureerd en in gebruik hernomen. Sindsdien wordt onderhoud planmatig en regulier uitgevoerd en deels gesubsidieerd door de rijksdienst van cultureel erfgoed.

 

De  "Âld Skoalle" is in 2009 grondig gerestaureerd en uitgebreid. De monumentale pastorie aan de Van Sytzamawei is in 2018 verkocht omdat de kosten voor dit pand heel zwaar op de kerkelijke begroting drukte. Er is een nieuwe pastorie aangekocht aan de  Freulestrjitte 14 in Driezum. Dit is een modern pand en zal qua onderhoud veel minder kosten dan de voormalige predikantswoning.

 

Het orgel verkeert in goede staat en in 2020 is er groot onderhoud gepleegd.

 

De begraafplaats en de organisatie is vanaf 2018 geactualiseerd en gedigitaliseerd.

 

De kerk heeft sinds 2020 een geërfde woning in de verhuur. Tevens wordt de kosterswoning verhuurd sinds het kosterswerk door vrijwilligers wordt uitgevoerd.

 

Er is een begraafplaats en de administratie is in 2019 volledig geactualiseerd. De boekhouding wordt afzonderlijk gevoerd.

 

De pachtinning van de landerijen is uitbesteed aan een rentmeesterkantoor.

 

Naast inkomsten uit pacht, verhuur en begraafplaats worden de kerkrentmeesters voorzien van middelen door de collecten en vrijwillige bijdragen.

 

De inkomsten uit de deelname aan de actie Kerkbalans waren zo miniem, dat het C.v.K. met deze vorm van inkomstenwerving is gestopt.

 

De kerkrentmeesters hebben, in overleg met de kerkenraad, de volgende knelpunten gesignaleerd, in willekeurige volgorde:

 

- bij een deel van de gemeente lijkt onvoldoende besef te zijn of financiële mogelijkheden te bestaan t.a.v. de financiële verantwoordelijkheid ten opzichte van de gemeente ( geen vrijwillige bijdrage);

- De inkomsten bestaan voor 60% uit inkomsten vanuit bezittingen (pacht, huur en begraafplaats). De 80% predikantsplaats kunnen we alleen dankzij het door het voorgeslacht gecreëerde vermogen financieren.

- op langere termijn baart de omvang van de gemeente en daarmee gepaard gaande financiële positie zorgen en dreigt daardoor de onafhankelijke, zelfstandige positie van de gemeente in gevaar te komen.

 

9.1. Aandachtspunten

 

- ondanks het feit, dat de kerkelijke gebouwen momenteel in goede staat van onderhoud verkeren, blijven de kerkrentmeesters gelden reserveren voor onderhoud van de gebouwen, o.a. door een maandelijkse collecte voor het restauratiefonds. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de instandhoudingssubsidie van de rijksoverheid.

- door met name de vergrijzing van de gemeente moet een deel van het vrijwilligerswerk worden uitbesteed aan professionals of betaalde “vrijwilligers." Het gaat hierbij om steeds meer activiteiten.

- bij personele wisselingen in het C.v.K. wordt op een zorgvuldige overdracht van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden gewaakt.

 

 

 

 

 

terug